Ga verder naar de inhoud

Hoe is de aansprakelijkheid van je vzw geregeld?

Wie is er verantwoordelijk in je vzw wanneer er iets fout loopt? In principe is de vzw als rechtspersoon aansprakelijk, maar hoe zit het met bestuurdersaansprakelijkheid? Dat lees je hier.

De vzw-wetgeving voorziet in een stelsel van beperkte aansprakelijkheid. Dat is een belangrijk verschil in vergelijking met de ‘feitelijke vereniging‘. Uiteraard is slechts sprake van beperkte aansprakelijkheid als de vzw op geldige wijze is opgericht.

Het aansprakelijkheidsstelsel omvat drie elementen: de aansprakelijkheid van de leden, die van de bestuurders (en in voorkomend geval die van de persoon of personen aan wie het dagelijks bestuur is opgedragen) en die van de vzw zelf.

Aansprakelijkheidsrisico van de vzw

Het algemeen principe is: de vzw is als rechtspersoon aansprakelijk.

Het is de vzw zelf die aansprakelijk is voor de fouten die kunnen worden toegerekend aan haar aangestelden of aan de organen waardoor je vzw handelt.
Anders gesteld: wanneer werknemers, bestuurders of leden van de Algemene Vergadering namens de vzw handelen, kunnen zij niet persoonlijk aansprakelijk worden gesteld. Enkel de vzw kan aansprakelijk worden gesteld.

Aansprakelijkheidsrisico van de leden

Als lid van een vzw ben je in je hoedanigheid van lid slechts beperkt aansprakelijk. Dat betekent dat je persoonlijke aansprakelijkheid, en dus je eigen vermogen, niet in het gedrang kan komen door handelingen van de vzw.

Op het principe van beperkte aansprakelijkheid van de leden zijn er uitzonderingen:

  • Als je in naam van een vzw in wording een verbintenis aangaat en die vereniging geen rechtspersoonlijkheid verkrijgt binnen 2 jaar na het ontstaan van de verbintenis, of als je vzw die verbintenis niet binnen 3 maanden (vroeger 6 maanden) bekrachtigt na het verkrijgen van de rechtspersoonlijkheid, dan ben je wel persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijkheid. Lees meer over de oprichting
  • Als je optreedt in naam van een vzw die in haar stukken de verplichte vermeldingen niet heeft vermeld, kan je zelf persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor alle of een gedeelte van de verbintenissen die de vzw aanging.
    Wat zijn die verplichte vermeldingen?
    Alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen, brieven, orders, websites en andere stukken, al dan niet in elektronische vorm, uitgaande van een rechtspersoon moeten de volgende gegevens vermelden:
    1° de naam van de rechtspersoon;
    2° de rechtsvorm, voluit of afgekort;
    3° de nauwkeurige aanduiding van de zetel van de rechtspersoon;
    4° het ondernemingsnummer;
    5° het woord “rechtspersonenregister” of de afkorting “RPR”, gevolgd door de vermelding van de rechtbank van de zetel van de rechtspersoon;
    6° indien van toepassing het e-mailadres en de website van de rechtspersoon;
    7° indien van toepassing het feit dat de rechtspersoon in vereffening is

Belangrijk: 
De beperkte aansprakelijkheid als lid van een vzw is geen absoluut beginsel is op grond waarvan je bent vrijgesteld van alle aansprakelijkheid. Als je door jouw schuld aan een ander schade veroorzaakt, moet je die schade vergoeden (art. 1382 Burgerlijk Wetboek). 

Aansprakelijkheidsrisico van bestuurders en dagelijks bestuurders

De wet bepaalt dat je als bestuurder of persoon belast met het dagelijks bestuur alleen verantwoordelijk bent voor de vervulling van je opgedragen taak en voor de fouten in het bestuur.
Verder geldt ook hier dat die beperkte aansprakelijkheidsregeling je niet ontslaat van de beginselen inzake het gemeenrechtelijke aansprakelijkheidsrecht.

Maak je als bestuurder in de uitoefening van je functie fouten, dan kan je daar dus persoonlijk aansprakelijk voor gesteld worden:

  • tegenover de vzw
    De vzw mag ervan uitgaan dat je als bestuurder je engagement naar behoren vervult. Door het opnemen van je engagement als bestuurder ga je een verbintenis aan met de vereniging. Het gaat hier dus over een contractuele aansprakelijkheid.
    (Wanneer de Algemene Vergadering kwijting geeft aan de bestuurders, betekent dat dat zij goedkeuring geeft aan het gevoerde beleid van het afgelopen jaar. Dan kan de vzw je als bestuurder in de regel niet meer aansprakelijk stellen voor eventuele fouten over dat jaar.)
  • tegenover derden
    In je optreden als bestuurder kan je een fout maken waardoor een derde schade lijdt. Doordat de vzw aansprakelijk is voor haar organen, kan de derde zich richten tot de vzw om een schadevergoeding te krijgen. De derde kan er echter ook voor opteren om jou als bestuurder aan te spreken, op basis van artikel 1382 Burgerlijk Wetboek. Omdat er tussen de bestuurder en de derde geen verbintenis bestaat, gaat het hier om een buitencontractuele aansprakelijkheid.
    Een verzekering BA-bestuurders kan dergelijke vervelende toestanden vermijden. Meer daarover vind je in ons overzicht en toelichting verzekeringen.
  • strafrechtelijk
    Dat is het geval wanneer je als bestuurder in de uitoefening van je mandaat daden stelt die strafrechtelijk gesanctioneerd worden. In dat geval gaat het dus om een strafrechtelijke aansprakelijkheid.


Hoe beoordeelt een rechter je aansprakelijkheid als bestuurder?

Een rechter zal je als bestuurder slechts aansprakelijk kunnen stellen voor “beslissingen, daden of gedragingen die zich kennelijk buiten de marge bevinden waarbinnen normaal voorzichtige en zorgvuldige bestuurders, geplaatst in dezelfde omstandigheden, redelijkerwijze van mening kunnen verschillen”.

Nieuw in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen van 23 maart 2019

  • het Bestuur is als college aansprakelijk, maar met de mogelijkheid om zich als bestuurder te distantiëren van een bepaalde beslissing. Het is dus belangrijk om dat uitdrukkelijk te laten opnemen in de notulen.
  • Hoofdelijke aansprakelijkheid
: elke bestuurder kan voor het geheel van de schade worden aangesproken door de schuldeiser (en kan dan wel terugvorderen van elk van de andere bestuurders)
  • Belangrijk: als bestuurders worden beschouwd “personen die werkelijke bestuursbevoegdheid hebben gehad” => niet enkel gepubliceerde bestuurders, ook feitelijke bestuurders


Maar, de aansprakelijkheid is beperkt tot bepaalde plafonds (zogenaamde ‘caps’):

! Belangrijke nuance: enkel voor toevallige lichte fouten

  • 125 000 euro, als je vzw in de 3 boekjaren voor de instelling van de aansprakelijkheidsvordering (of over de periode sinds de oprichting als er nog geen 3 boekjaren zijn verlopen):
    • een gemiddelde omzet op jaarbasis heeft van minder dan 350 000 euro, excl. de belasting over de toegevoegde waarde, en
    • het gemiddelde balanstotaal over diezelfde periode niet hoger was dan 175 000 euro.
  • 250 000 euro, als je vzw niet onder 1° valt en in de 3 boekjaren voor de instelling van de aansprakelijkheidsvordering (of over de periode sinds de oprichting als er nog geen 3 boekjaren zijn verlopen):
    • een gemiddelde omzet op jaarbasis heeft verwezenlijkt van minder dan 700 000 euro, excl. de belasting over de toegevoegde waarde, en
    • het gemiddelde balanstotaal over dezelfde periode niet hoger was dan 350 000 euro.
  • 1 miljoen euro, als je vzw niet onder 1° en 2° valt en je in de 3 boekjaren voor de instelling van de aansprakelijkheidsvordering (of over de periode sinds de oprichting als er nog geen 3 boekjaren zijn verlopen), niet meer dan één van de volgende criteria hebt overschreden:
    • gemiddelde omzet excl. de belasting over de toegevoegde waarde op jaarbasis: 9 000 000 euro;
    • gemiddeld balanstotaal: 4 500 000 euro.
  • 3 miljoen euro, als je vzw niet onder 1°, 2° en 3°, valt en je in de 3 boekjaren voor de instelling van de aansprakelijkheidsvordering (of over de periode sinds de oprichting indien er nog geen 3 boekjaren zijn verlopen), de grenzen vermeld in 3° overschreden hebt, maar geen enkele van de grenzen vermeld in 5°, hebt bereikt of overschreden.
  • 12 miljoen euro, in organisaties van openbaar belang en in vzw's die niet onder 1°, 2°, 3° en 4°, vallen en die in de 3 boekjaren voor de instelling van de aansprakelijkheidsvordering (of over de periode sinds de oprichting indien er nog geen 3 boekjaren zijn verlopen), minstens 1 van volgende grenzen bereikt of overschreden hebben:
    • gemiddeld balanstotaal van 43 miljoen euro;
    • gemiddelde omzet exclusief de belasting over de toegevoegde waarde op jaarbasis van 50 miljoen euro.

Voor rechtspersonen die in toepassing van artikel III.85 van het Wetboek van economisch recht een vereenvoudigde boekhouding voeren, moet onder omzet worden verstaan: het bedrag van de andere dan niet-recurrente ontvangsten, en onder balanstotaal: het grootste van de twee bedragen vermeld onder de bezittingen en de schulden.

Misschien ook interessant voor jou

Op 1 mei 2019 trad het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) voor nieuwe vzw’s in werking. Tegen 1 januari 2024 moeten alle vzw’s hun statuten daaraan aanpassen.

Vzw-beheer
·
gewijzigd op 16 januari 2023

Bij het uitbreken van de coronacrisis werd er een tijdelijke regeling uitgewerkt om schriftelijke en digitale Algemene Vergaderingen mogelijk te maken. Die regeling werd eind december 2020 vervangen door een permanente regeling voor online vergaderen.

Vzw-beheer
·
Algemene vergadering
·
gewijzigd op 17 februari 2023

Hier kan je alles lezen over de belangrijkste wijzigingen voor je vzw volgens het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.

Vzw-beheer
·
gewijzigd op 20 februari 2023